Naar aanleiding van:
* de opstanden in Jeruzalem en de reactie van Joe Biden n.a.v. de bouw van 1600 woningen op bezet gebied (maart 2010),
* de lezing van Dries van Agt (11-3-2010, Groningen),
* het boek The Holocaust is over; we must rise from its ashes (december 2009) van Avraham Burg.
Vanaf de Diaspora tot aan WO2 was het Jodenvraagstuk een kwestie die Europa (niet alleen Duitsland) bezighield. De Nazi’s hielden er hun eigen oplossing op na, maar de rest van (christelijk) Europa (inclusief een groot deel van de joodse gemeenschap) had al vanaf het eind van de 19e eeuw een ander plan: een Joodse staat ergens buiten Europa. Sinds de jaren ’80 van de 20e eeuw worden we steeds meer geconfronteerd met een ander vraagstuk: de Palestijnse kwestie. Maar een eindoplossing hiervoor lijkt steeds verder uit zicht.
Anti-semitisme is diep geworteld in de westerse cultuur. Joden in west- en oost-Europa (en Rusland) kennen een geschiedenis van discriminatie en vervolging. De dominante religie van het westen (het christendom) heeft de Jodenhaat door de eeuwen heen tot geloofsartikel gemaakt. Zelfs voor het protestantisme, dat zich van Rome had afgekeerd, bleven de joden prime evil. Curieus, aangezien Jezus zelf jood was. Amerikaanse gospel en country-blues staan vol verwijzingen naar “the river Jordan”, “the land of Kanaan”, “the Man from Galilei”, “Beulah Land”, etc., en een christelijke maar anti-semitistische beweging als the KKK stelt: “To be a Klansman […] to give your heart and mind to the truth of Christ and Yahweh” (Yahweh is de god van de joden).
Het algemeen gangbare verhaal (waarvoor sluitend historisch bewijs overigens ontbreekt) is dat Jezus de leider van een joodse sekte was. Hij werd gewantrouwd en verguist (net als als Bhagwan en Jomanda in ons tijdperk) door de meerderheid van zijn volksgenoten; Maar ook door de Romeinen, die het gebied hadden gekoloniseerd, en die een gevaar in zijn groeiende aanhang zagen. Dus hebben de Romeinen hem aan een paal getimmerd. Een paar honderd jaar later (eind 4e eeuw) echter geloofden de Romeinen dat diezelfde Jezus, die ze 32 jaar na zijn geboorte ter dood hadden gebracht, de Verlosser en Zoon van God was, en dat Judas de smeerlap was die hem verraden heeft. Dat hebben de Roomse christenen de joodse Judas, en daarmee alle joden, “die de heer Christus en de profeten vermoord hebben” (zoals te lezen valt in het Nieuwe Testament), nooit vergeven. Kerkvaders als Augustinus, Justinus de Martelaar, Johannes Chrysostomus, Cyprianus, Cyrillus van Alexandrië, Efrem Syri, Paus Clemens VIII, Thomas van Aquino en Martin Luther predikten daarom anti-semitisme, en meenden dat de joden moesten lijden onder het feit dat zij Jezus vermoord hadden. Dat het de Romeinen waren die Jezus om zeep geholpen hadden, en de Joodse Tempel en Jeruzalem met de grond gelijk hadden gemaakt, waren ze gemakshalve even vergeten.
Onder meer door de vorming van nieuwe natie-staten groeide het anti-semitisme in Europa sinds halverwege de 18e eeuw en gedurende de 19e eeuw. Velen (waaronder Marx) waren tegen assimilatie van de Joden, zij het vanwege hun religieuze achtergrond, etniciteit, of vermeende gierige kapitalistische aard. Sinds 1880 vluchtten veel joden voor de pogroms in Rusland en oost-Europa naar de V.S. en west-Europa, wat het anti-semitisme hier verder aanwakkerde. Tegen het eind van de 19e eeuw leken anti-semieten en delen van de joodse gemeenschap (o.l.v. Theodor Herzl), onafhankelijk van elkaar, toch een gezamenlijke oplossing te hebben gevonden voor het joodse vraagstuk: een Joodse staat ergens buiten Europa. Argentinië leek de anti-semieten een goede plek voor de joden (heel ver weg in een leeg en onherbergzaam land), maar de zionisten herinnerden zich dat God hen een stuk land genaamd Kanaän (of: Erets Jisrael) had beloofd (Genesis 15:18-21) ergens tussen de Nijl en Syrië; het zionisme was geboren.
Tussen 1844 en 1880 was de joodse bevolking in Palestina geleidelijk gegroeid van 17.000 naar circa 25.000 (tegenover een Arabische bevolking van ongeveer 425.000). Rond 1882 begon een 1e grote golf van ongeveer 35.000 immigranten naar Palestina te trekken; vanaf 1904 volgde een 2e golf van zo’n 40.000 immigranten. Na WO1 viel het Ottomaanse Rijk uiteen en werd Palestina een protectoraat onder Brits mandaat, toegewezen door de Volkerenbond. De Verklaring van Balfour van 1917 was het begin van het drama dat zich nu nog voortsleept. In de jaren na het verdrag van Versailles leefde het anti-semitisme opnieuw op. In Duitsland leidde de vernedering door de geallieerden en de herstelbetalingen tot haat tegen alles wat niet Duits was, en de joden waren de eerste de beste grote minderheid die het te verduren kreeg. Hierdoor kregen de Palestijnen te maken met een “joodse tsunami“: tussen 1918 en 1929 kwamen er circa 123.000 immigranten in Palestina aan. De bijna 250.000 joden die vervolgens in de jaren ’30 arriveerden waren veelal vluchtelingen uit Nazi-Duitsland, Polen en de Sovjet-Unie. Na het instellen van de Britse immigratie-restricties (1939) vluchtten er nog ongeveer 80.000 mensen illegaal naar Palestina (mede omdat de meeste Europese landen, waaronder Nederland, joodse vluchtelingen weerden).
De positie van Rome was in de aanloop naar, en tijdens WO2, net zo anti-semitisch als voorheen. Afgezien van religieuze motieven, wordt het anti-semitisme van de katholieke kerk veelal verklaard vanuit opportunisme. Ten eerste zag Rome de groeiende macht van nazi-Duitsland en haar bondgenoten, en wilde die te vriend houden. Aartsbisschop Karol Kmetko verklaarde nog in 1942: “Jullie zullen niet alleen gedeporteerd worden; jullie zullen worden gedood. Dit zal jullie straf zijn voor het vermoorden van onze Verlosser”. Ten tweede speelde de kerk in op sentimenten van de achterban, zoals ze dat ook deed in overzeese gebieden; daar werden lokaal aanbeden goden opgenomen in het pantheon (veelal door ze te identificeren als een of andere katholieke heilige), omdat het katholicisme dan beter aan bleek te slaan.
Na WO2 is de westerse Jodenhaat omgeslagen in schaamte en medelijden (afgezien van kleine groeperingen die als “extreem rechts” te boek staan; wat anti-semitisme dan ook maar met rechts te maken mag hebben: de V.S. als federale staat zijn niet anti-semitisch, maar Marx was dat wel). Na een aantal terroristische aanslagen die de joden pleegden tegen de Britten (zoals de bomaanslag in het Koning David-hotel, waarbij 91 personen omkwamen) besloot Groot-Brittannië het mandaat over Palestina in 1947 terug te geven aan de VN (opvolger van de Volkenbond), toen nog maar uit een relatief klein aantal (51), voornamelijk westerse landen bestaand (de geallieerden), die zich mede-verantwoordelijk voelden voor het lot dat de joden hadden ondergaan in Europa. Na een halve eeuw immigratie was de verhouding joden/Palestijnen nog steeds respectievelijk 30%-70%. Toch namen de VN in november 1947 verdelingsplan aan dat Palestina opdeelde tussen een joods (55%) en een Arabisch gebied (42%), alwaar de Palestijnen en hun Arabische bondgenoten geen genoegen mee namen.
Te midden van een burgeroorlog verlieten de Britten het mandaatgebied, en riep Ben-Gurion op 14 mei 1948 de staat Israël uit, zonder echter de grenzen ervan aan te geven; Israëlische troepen waren onderwijl bezig deze grenzen op te zoeken en te verleggen. Een half uur na Ben-Gurion’s onafhankelijkheidsverklaring werd Israël door president Truman erkend, maar niet door de Verenigde Naties. Vier maanden later werd VN-bemiddelaar, graaf Folke Bernadotte, door joodse terroristen vermoord. Tijdens de Nakba (1947-1949) hebben Israëlische militairen 500 Palestijnse dorpen geëvacueerd cq. vernietigd, resulterend in 700.000 Palestijnse vluchtelingen. Toen Israël 78% van het voormalige Palestina had veroverd, kwam het in 1949 tot een wapenstilstand. Pas toen erkenden de VN de staat Israël (resolutie 273), en begonnen de wapenleveranties door zowel de Sovjet-Unie als de V.S. (alsmede hun beider bondgenoten).
Bij de uitroeping van de staat Israël woonden er 650.000 joden in het gebied. Daarna volgde een grote immigratiegolf uit Arabische landen, waardoor de joodse bevolking binnen enkele jaren verdubbelde. De Wet op de Terugkeer (1950) garandeerde alle joden ter wereld vrije toegang tot Israël. Sindsdien bleven jaarlijks tienduizenden vanuit allerlei continenten naar Israël komen, geholpen door de Israëlische regering en zionistische organisaties in de diaspora. Na de Zesdaagse Oorlog van 1967 verloren de Palestijnen de overige 22% van hun land, en veroverde Israël daarbij de Sinaï en de Golan. Daarna volgden nog de Uitputtingsoorlog (1968-1970), de Jom Kippoeroorlog (1973), Operatie Litani (1978), en de 1e Libanon-oorlog (1982). In de jaren ’70 en vooral de jaren ’90 immigreerden in totaal 840.000 joden uit de (voormalige) Sovjet-Unie naar Israel, en in 1984 en 1991 werden duizenden Ethiopische joden naar Israël gehaald. Van niet-joden (dus vooral de Palestijnen) eist Israel niet alleen erkenning als onafhankelijke staat, maar erkenning als joodse staat. In 1975 bepaalde de Algemene Vergadering (VN-resolutie 3379) dat zionisme een vorm van racisme is, maar trok deze onder druk van de V.S. in 1991 weer in (resolutie 4686):
“To equate Zionism with the intolerable sin of racism is to twist history and forget the terrible plight of Jews in World War II and indeed throughout history.” (G. Bush sr.)
Avraham Burg stelde voor om de Wet op de Terugkeer uit 1950 aan te passen:
“To define the State of Israel as a Jewish state is the key to its end. A Jewish state is explosive. It’s dynamite.” (interview in Haaretz, 2007) “Israel, having ceased to care about the children of the Palestinians, should not be surprised when they come washed in hatred and blow themselves up in the centers of Israeli escapism.” (artikel in Yedioth Ahronoth, 2003)
De jaren ’80 werden gekenmerkt door de bouw van joodse nederzettingen in de gebieden waar de Palestijnen waren geconcentreerd, en daarmee gepaard gaande militarisering en uitbreiding van checkpoints. Als reactie daarop begon de 1e Intifada (1987-1993). Volgens internationale verdragen is gewapend verzet tegen bezetters toegestaan, maar niet tegen burgers van de bezettende macht. De vraag is of de gewapende “settlers” (kolonisten) in de nederzettingen op bezet gebied vallen onder “burgers”. Tijdens deze Intifada zijn er 10 keer zoveel Palestijnse als Israelische slachtoffers gevallen (tegen een gemiddelde van 5:1). In 1988 riep de PLO een onafhankelijke Palestijnse staat uit, maar deze is nooit erkend. De Oslo-akkoorden (1993) moesten hoop geven, maar waren in feite het doodvonnis voor een 2-staten-oplossing: de grenzen van de te vormen staten waren niet vastgelegd, en de bouw van joodse nederzettingen ging (en gaat) onverminderd door.
Nadat duidelijk werd dat de Oslo-akkoorden niets opgeleverd hadden brak met het bezoek van Sharon aan de Tempelberg de 2e Intifada uit (2000-2005). In de periode 1967-2002 heeft Israël 28 á 32 VN-resoluties genegeerd. Desondanks werd in 2002 werd begonnen met de bouw van “de muur”, deels op bezet gebied; dit om joodse burgers te beschermen, maar vooral ook om op bezet gebied gebouwde nederzettingen in te lijven. In 2004 verklaarde het Internationaal Gerechtshof de muur illegaal, en werd geëist dat Israël zou stoppen met de bouw, en het reeds gebouwde deel zou worden afgebroken. Dit heeft Israël slechts ter kennis aangenomen, net als veroordelingen van het nederzettingenbeleid. Het lijkt erop dat Israel alleen is geïnteresseerd in onderhandelingen en vrede als alle partijen zich voegen naar de wensen van Israel. En dat doen de partijen uiteindelijk ook: de Palestijnen omdat omdat ze geen enkele macht hebben, het Westen omdat ze niet het lef hebben hun de steun voor Israel voorwaardelijk te maken.
Anno 2010 wonen er in Gaza 1.500.000 Palestijnen op een gebied 2 keer zo groot als Tessel, zonder beschikking over bestaansmiddelen en dus compleet afhankelijk van de buitenwereld. De 2-staten-oplossing is eigenlijk geen optie meer, aangezien Israël het land zo heeft opgedeeld dat er geen plaats meer is voor een levensvatbare Palestijnse staat: het laat zich omschrijven als een open-air-prison. En de de recente besluiten om nieuwe woonwijken te bouwen op bezet gebied wekken de indruk dat Israel niet geïnteresseerd is in een 2-staten oplossing. Deze situatie is niet sustainable, en betekent uiteindelijk ook het failliet van de staat Israël. Er wonen momenteel zo’n 500.000 kolonisten op bezet gebied (West-Bank & oost-Jeruzalem), maar Palestijnen mogen maar zeer beperkt, en alleen onder strenge voorwaarden, Israël in. In december 1997 duurde het mij ongeveer een uur om de grens bij Jericho over te komen, maar in november 2009 duurde het me een dikke 5 uur om de grens naar Ramallah over te komen. Voor mijn Nederlandse medereizigster, met Nederlands paspoort, en met Armenische achtergrond, maar geboren in Palestina, duurde het nog langer. Zij moest haar Nederlandse paspoort inleveren, een Palestijnse ID aanvragen, in Ramallah blijven totdat deze haar toegekend werd en tegen betaling kon afhalen. Ze kreeg de mededeling dat ze in de toekomst alleen nog Israël in kon op haar Palestijnse ID, wat betekent dat ze haar Armeense familie in Israël nooit zal kunnen bezoeken.
Het westen (de christenen) zijn al eeuwen bezig met het oplossen van het Jodenvraagstuk, en die leek met het zionisme gevonden. Het is dan misschien ook wel wat veel van hen gevraagd om hier op terug te komen, en te erkennen dat het steunen van het zionisme (en bijgevolg van de staat Israël) eigenlijk helemaal geen oplossing is, omdat de wereld daardoor nu met een Palestijnse kwestie zit. Liever benadrukken ze daarom de joods-christelijke traditie. Deze term moet een lange geschiedenis van discriminatie en vervolging verbloemen, en krijgt gestalte in deelname van Israël aan het Eurovisie songfestival, het EK voetbal, etc. Men wilde het begrip zelfs in de aanhef van de Europese grondwet (2005) vastleggen; juist in een tijd dat er veel niet-christenen (en dan m.n. moslims) in Europa wonen, de christelijke kerken leegstromen, en de verhoudingen tussen het westen en de islamitische wereld op scherp staan (o.m. vanwege Israël)! Vanuit religieuze optiek is het argument dat joden en christenen beide monotheïstische religies zijn, beide ontstaan zijn in het Midden-Oosten, beide dezelfde God aanbidden, en beide het Oude Testament als uitgangspunt nemen. Volgens deze redenering zouden we moeten spreken over een joods-christelijke-islamitische traditie; moslims spreken dan ook over “ahn-al-kitab” (mensen van het Boek). Maar waarom zouden we dat de hindustanen, Chinezen, en niet te vergeten de atheïsten aandoen? Waarom niet gekozen voor de Verlichting (Montesquieu, Voltaire, Mill) als grondslag? Nou, omdat het christendom nog steeds de scepter zwaait!
De joods-christelijke traditie is meer een propaganda-instrument dan een historisch gegeven. Wel is er een Israëlisch-Westerse traditie: immers meer dan 90% van de Israëli’s zijn (of stammen af van) immigranten uit Europa of de V.S. Het gaat dus meer om een politiek verbond gebaseerd op gedeelde belangen, dan een traditie gebaseerd op gedeelde religieuze en culturele waarden. En die gedeelde belangen liggen in onze behoefte om ons schuldgevoel af te kopen en een trouwe bondgenoot te hebben in het midden-oosten, en in de behoefte van Israel aan steun voor hun zionistische beleid. Op die basis is er maar weinig dat Israel niet kan maken; het gedraagt zich dan ook ook als een mishandeld en gewetenloos kind dat voortdurend zijn pleegouders chanteert om zijn zin door te drijven, ten koste van anderen. En wij ons maar, samen met de Amerikanen, afvragen: “Why do they hate us?” Wij hebben, met onze zgn. joods-christelijke traditie, van óns probleem, een probleem van velen gecreëerd: de Palestijnse kwestie speelt dwars door allerlei internationale kwesties heen. Joe Biden reageerde op de bouw van 1600 nieuwe huizen in bezet gebied met:
“This is starting to get dangerous for us. What you’re doing here undermines the security of our troops who are fighting in Iraq, Afghanistan and Pakistan. That endangers us and it endangers regional peace.” (in: Yedioth Ahronoth, 15-3-2010)
De (op)positie van de Palestijnen en Arabieren is een stuk eenvoudiger uit te leggen dan de zgn. joods-christelijke positie. Maar voordat de lezer nu de Holocaust-kaart speelt, wil ik duidelijk stellen dat dit geen anti-semitisch stuk is. Wel heb ik kritiek op het zionisme, in de zin dat Israël tot op de dag van vandaag joodse immigratie naar het overbevolkte gebied stimuleert, terwijl de situatie van de Palestijnen in de bezette gebieden almaar verslechtert. Palestijnen zijn arabieren, en dus ook Semieten, en je zou het beleid van Israel jegens de Palestijnen dus anti-semitisch kunnen noemen. Maar vooral heb ik kritiek op onze (Nederlandse en Europese) steun aan het beleid van Israël. Of is het eigenlijk meer onze steun aan de V.S., die zich niet los kan weken van de enorm invloedrijke joodse lobby, alsmede de almaar groeiende invloed van conservatieve christenen? “Where you stand depends on where you sit.”
Een jongeman in Moskou, met wie ik (sinds mijn 1e artikel) wel eens online van gedachten wissel, heeft het regelmatig over Z.O.G. (Zionist Occupied Government). Zonder de ideeën van deze jongeman (ed88) in algemeenheid te onderschrijven, kan men zich afvragen in hoeverre het internationale beleid van het westen (de V.S. voorop) aanleiding geeft tot dergelijke ideeën. Wordt het geen tijd dat we stoppen om met 2 maten te meten? Om bondgenoten ontslaan van de verplichting om zich aan VN-resoluties te houden terwijl er blijkbaar geen VN-mandaat nodig is om islamitische landen te boikotten en desnoods binnen vallen. En natuurlijk is het vreselijk wat joden wereldwijd hebben moeten doorstaan de afgelopen eeuwen. Maar met hen zijn er nog talloze andere minderheden die in het verleden, maar ook vandaag de dag, te lijden hebben onder discriminatie en vervolging. Om met Avraham Burg te spreken: The Holocaust is over; we must rise from its ashes.
Voor een chronoloische weergave van de geschiedenis van Palestina klik hier
Ramallah, Palestine © mirrormundo 2009